Ga naar hoofdinhoud
Ga naar de voettekst
Audiologieboek
Woordenlijst
NVA
Contact
Audiologieboek
Woordenlijst
NVA
Contact
Zoeken in audiologieboek
Zoeken
×
8.3.10(2) Brainmapping
8 Diagnostiek
Zie hoofdstuk
4.5.2(2).Auditieve ‘Evoked Potentials’ van hogere centra
1 Basiskennis
1.1(1) Niet goed horen, wat is dat?
1.2(1) Geluid
1.3(1) Hoe kun je geluid horen?
1.4(1) De belangrijkste klachten over niet goed horen
1.5(1) Welke tests kunnen het niet goed horen aantonen?
1.6(1) Oorzaken van slechthorendheid en behandelingsmogelijkheden
1.7(1) Doofheid en mogelijkheden tot communicatie
1.8(1) Hoe kan het geluid aangepast worden met een hoortoestel?
1.9(1) Welke verbeteringen van de geluidswaarneming zijn er naast het hoortoestel?
1.10(1) Cochleaire Implantatie – Werking en uitvoeringen
1.11.(1) De organisatie van de hulpverlening aan mensen met een auditieve beperking
2 Eigenschappen gehoor
2.1 Psychoakoestiek
2.1.1(2) Psychoakoestiek – Inleiding op Rubriek 2
2.2 Gevoeligheid
2.2.1(2) Gevoeligheid van het oor
NIVEAU 3
2.2.1(3) Gevoeligheid van het oor
2.3 Luidheidsperceptie
2.3.1(2) Luidheid en verschillen in luidheid
NIVEAU 3
2.3.1(3) Luidheid en verschillen in luidheid
2.4 Toonhoogteperceptie
2.4.1(2) Toonhoogte
NIVEAU 3
2.4.1(3) Toonhoogte
2.5 Auditieve patroonperceptie
2.5.1(2) Auditieve patroonperceptie
2.6 Niet-lineairiteiten
2.6.1(2) Combinatietonen
2.7 Binauraal horen
2.7.1(2) Richtinghoren
NIVEAU 3
2.7.1(3) Richtinghoren
2.7.2(2) Ruimtelijk horen
2.8 Selectiviteit
2.8.1 Frequentieresolutie (frequentieselectiviteit)
2.8.2 Temporele resolutie
2.9 Spraakverstaan
2.9.1(2) Spraakverstaan in aanwezigheid van stoorgeluid
NIVEAU 3
2.9.1(3) Spraakverstaan in aanwezigheid van stoorgeluid
2.10 Hoortheorieën (psychofysisch)
2.10.1(2) Samenvatting
3 Anatomie
3.1 Inleiding en Overzicht
3.1.1(2) Anatomie van het auditieve systeem – Inleiding – Terminologie – Overzicht
3.1.2(2) De vroege ontwikkeling van het gehoor- en evenwichtsorgaan
3.2 Het perifere gehoororgaan
3.2.1(2) Anatomie van het uitwendige oor en het middenoor
NIVEAU 3
3.2.1(3) Anatomie van het uitwendige oor en het middenoor
3.2.2(2) Anatomie van het binnenoor en het evenwichtsorgaan
3.3 Gehoorkernen en verbindingen in de hersenen
3.3.1(2) Anatomie van het centrale auditieve systeem
4 Werking Gehoor
4.1 Uitwendige oor
4.1.1(2) De functie van de uitwendige gehoorgang: resonantie, filtering en lokalisatie
4.2 Middenoor
4.2.1(2) Impedantie-transformatie in het middenoor
NIVEAU 3
4.2.1(3) Impedantie-transformatie in het middenoor
4.3 Cochleaire mechanica
4.3.1(2) Anatomie van het binnenoor en het evenwichtsorgaan
NIVEAU 3
4.3.1(3) Anatomie van het binnenoor en het evenwichtsorgaan
4.3.2(2) Otoakoestische emissies
NIVEAU 3
4.3.2(3) Otoakoestische emissies
4.4 Cochleaire fysiologie
4.4.1(2) Elektrische potentialen in de cochlea
NIVEAU 3
4.4.1(3) Elektrische potentialen in de cochlea
4.5 Centrale verwerking
4.5.1(2) Hersenstampotentialen
NIVEAU 3
4.5.1(3) Hersenstampotentialen
4.5.2(2) Auditieve ‘Evoked Potentials’ van hogere centra
NIVEAU 3
4.5.2(3) Auditieve ‘Evoked Potentials’ van hogere centra
4.5.3(2) Auditory Steady State Responses
NIVEAU 3
4.5.3(3) Auditory Steady State Responses
4.6 Hoortheorieën (fysiologisch)
4.6.1(2) Samenvatting Rubriek 4 (Werking Gehoor)
5 Geluidsleer
5.1 Inleiding
5.1.1(2) Fysische begrippen – Trillingen – Golven
5.2 Geluid
5.2.1(2) De fysica van het geluid
NIVEAU 3
5.2.1(3) De fysica van het geluid
5.2.2(2) Geluidsterkte en decibelschaal
NIVEAU 3
5.2.2(3) Geluidsterkte en decibelschaal
5.3 Signalen
5.3.1(2) Signalen – Wiskundige beschrijving en analyse
5.3.2(2) Digitale opslag en analyse van geluid
5.4 Instrumentatie
5.4.1(2) Normen en standaarden voor meetapparatuur en meetmethoden in de audiologie
5.4.2 Meting van geluid en ijking van geluidsniveaus
5.5 Ruimte-akoestiek
5.5.1(2) Ruimteakoestiek
NIVEAU 3
5.5.1(3) Ruimteakoestiek
6 Fysiologie
6.1 Algemene functies
6.1.1(2) Neuronen, synapsen en receptoren
6.1.2(2) Olivocochleaire efferenten – Anatomie en Functie
6.2 Auditieve mechanismen
6.2.1(2) De functies van het perifere gehoor- en evenwichtsorgaan
6.2.2(2) Informatieverwerking in het centrale auditieve systeem
6.2.3(2) Pathologie in het neurale auditieve systeem
NIVEAU 3
6.2.3(3) Pathologie in het neurale auditieve systeem
6.3 Elektrostimulatie
6.3.1(2) Elektrostimulatie – Principe, eigenschappen en gebruik
7 Aandoeningen van het gehoor
7.1 Indeling
7.1.1(2) Slechthorendheid en doofheid – Overzicht
7.1.2(2) Genetische aspecten
7.2 Slechthorendheid
7.2.1(2) Oorzaken van slechthorendheid
7.2.2(2) Patho-Anatomie en Pathofysiologie
7.2.3(2) Wat horen slechthorenden?
NIVEAU 3
7.2.3(3) Wat horen slechthorenden?
7.2.4(2) Tinnitus – Kenmerken
7.2.5(2) Tinnitus – Oorzaken
7.2.6(2) Gehoor en leeftijd (presbyacusis)
7.2.7(2) De ziekte van Menière
7.2.8(2) Auditieve Neuropathie
NIVEAU 3
7.2.8(3) Auditieve Neuropathie
7.2.9(2) Cerebrale Doofheid
7.2.10(2) Auditieve verwerking en (onverklaarde) luisterproblemen: definitie
7.2.11(2) De gevolgen van slechthorendheid voor het persoonlijk en maatschappelijk functioneren
7.3 Doofheid
7.3.1(2) Doofheid – Algemene informatie
7.3.2(2) Oorzaken van doofheid
NIVEAU 3
7.3.2(3) Oorzaken van doofheid
7.3.3(2) Restgehoor
NIVEAU 3
7.3.3(3) Restgehoor
7.3.4(2) Maatschappelijk functioneren – Organisaties
7.3.5(2) Doofheid als cultuur
7.4 Storende invloeden
7.4.1(2) Ototoxiciteit
NIVEAU 3
7.4.1(3) Ototoxiciteit
7.4.2(2) Lawaaibeschadiging
7.4.3(2) Slechthorendheid en akoestiek
NIVEAU 3
7.4.3(3) Slechthorendheid en akoestiek
7.5 Functieverlies
7.5.1(2) Functieverlies – Het model ICIDH van de World Health Organisation
7.5.2(2) Functies en structuur, Activiteiten en Participatie in de Audiologie
8 Diagnostiek
8.1 Onderzoek
8.1.1(2) Gehoorklachten en huisarts
8.1.2(2) Onderzoek en behandeling van otologische aandoeningen door de perifere KNO-arts
8.2 Tests – screening
8.2.1(2) Screening van het gehoor bij jonge kinderen
8.2.2(2) Otoakoestische emissies bij screening en diagnostiek
NIVEAU 3
8.2.2(3) Otoakoestische emissies bij screening en diagnostiek
8.2.3(2) Neonatale gehoorscreening in Nederland
NIVEAU 3
8.2.3(3) Neonatale gehoorscreening in Nederland
8.2.4(2) Screening – ouderen
8.2.5(2) Bedrijfsaudiometrie
8.2.6(2) Screening – Statistische aspecten
NIVEAU 3
8.2.6(3) Screening – Statistische aspecten
8.3 Diagnostische tests
8.3.1(2) Tympanometrie
NIVEAU 3
8.3.1(3) Tympanometrie
8.3.2(2) Toonaudiometrie en protocol bepaling niveau onaangename luidheid (UCL)
NIVEAU 3
8.3.2(3) Toonaudiometrie en protocol bepaling niveau onaangename luidheid (UCL)
8.3.3(2) Stapediusreflextest(en)
NIVEAU 3
8.3.3(3) Stapediusreflexboog, stimlusartefacten en continue compliantieregistratie
8.3.4(2) Toonvervaltest – Toondecay-test
8.3.5(2) Spraakaudiometrie
NIVEAU 3
8.3.5(3) Spraakaudiometrie
8.3.6(2) Maskeren bij toon- en spraakaudiometrie
8.3.7(2) Onderzoek van het verstaan van zinnen in ruis
NIVEAU 3
8.3.7(3) Onderzoek van het verstaan van zinnen in ruis
8.3.8(2) Electrocochleografie – ECochG
NIVEAU 3
8.3.8(3) Electrocochleografie – ECochG
8.3.9(2) Hersenstamresponsies – Klinische toepassingen
NIVEAU 3
8.3.9(3) Hersenstamresponsies – Klinische toepassingen
8.3.10(2) Brainmapping
8.3.11(2) Tinnitus: Procedures bij onderzoek en behandeling
8.3.12(2) Gehoortests – Uitkomsten en verbanden
8.3.13(2) Afbeeldingtechnieken – CT, MRI, MEG, PET etc.
8.3.14(2) Hoogfrequent audiometrie
NIVEAU 3
8.3.15(3) Hoogfrequent audiometrie
8.4 Kinderaudiometrie
8.4.1(2) Vroege ontwikkeling van het horen bij kinderen – Het testen van het gehoor
8.4.2(2) BOA (‘Behavioural Observation Audiometry’)
NIVEAU 3
8.4.2(3) BOA (‘Behavioural Observation Audiometry’)
8.4.3(2) CORA (‘Conditioned Orientation Reflex Audiometry’)
NIVEAU 3
8.4.3(3) CORA (‘Conditioned Orientation Reflex Audiometry’)
8.4.4(2) Visual Reinforcement Audiometry (VRA)
8.4.5(2) Spelaudiometrie
8.4.6(2) Spraakaudiometrie bij kinderen
NIVEAU 3
8.4.6(3) Spraakaudiometrie bij kinderen
8.4.7(2) Onderzoeken en afwegingen in verband met Cochleaire Implantatie bij kinderen
9 Revalidatie
9.1 Overzicht
9.1(2) Vormen van revalidatie – Overzicht en indeling
9.2 Luchtgeleidingshoortoestellen – Techniek
9.2.1(2) Luchtgeleidingshoortoestellen – Opbouw en typen
9.2.2(2) Luchtgeleidingshoortoestellen – Technische specificaties – Instelmogelijkheden en extra voorzieningen
9.2.3(2) Oorstukjes
9.2.4(2) Analoge signaalbewerking in luchtgeleidingshoortoestellen
9.2.5(2) Digitale signaalbewerking in hoortoestellen – Principes
9.2.6(2) Digitale signaalbewerking in hoortoestellen – Toepassingen
9.2.7(2) Real Ear Measurements – REM metingen
9.2.8(2) Compressie van cochlea tot hoortoestel
NIVEAU 3
9.2.8(3) Compressie van cochlea tot hoortoestel
9.2.9(2) Waarom ‘snelle’ compressie?
9.3 Luchtgeleidingshoortoestellen – Aanpassing
9.3.1(2) Het aanpassen van een luchtgeleidingshoortoestel – Betrokkenen en Procedures
9.3.2(2) Anamnestische en audiometrische gegevens als basis voor de aanpassing van een luchtgeleidingshoortoestel
9.3.3(2) De keuze van een geschikt luchtgeleidingshoortoestel – Instellingen – Gebruik van rekenregels
NIVEAU 3
9.3.3(3) De keuze van een geschikt luchtgeleidingshoortoestel – Instellingen – Gebruik van rekenregels
9.3.4(2) De evaluatie en verificatie van een hoortoestelaanpassing
9.3.5(2) Het meten van monaurale foneemscores bij gebruik van hoortoestellen
NIVEAU 3
(3) Het meten van monaurale foneemscores bij gebruik van hoortoestellen
9.3.6(2) Vragenlijst te gebruiken voor de evaluatie van de hoortoestelaanpassing
9.4 Bone Conduction Devices (BCD’s)
9.4.1(2) Bone Conduction Devices (BCD’s) en middenoorimplantaten
NIVEAU 3
9.4.1(3) Bone Conduction Devices (BCD’s) en middenoorimplantaten
9.4.2(2) Bone Conduction Devices (BCD’s) – Aanpassing en evaluatie
9.5 Cochleaire Implantatie – Techniek
9.5.1(2) Cochleaire implantaatsystemen
NIVEAU 3
9.5.1(3) Cochleaire implantaatsystemen
9.6 Cochleaire Implantatie – Toepassing
9.6 Toepassing Cochleaire Implantatie
9.7 Hulpmiddelen en behandelingen
9.7.1(2) Ondersteuning van de communicatie met technische hulpmiddelen
9.7.2(2) Behandeling tinnitus
9.7.3(2) Herstel van binnenoorcellen anno 2010
9.8 Psychosociale begeleiding
9.8.1(2) Ondersteuning van de communicatie met gespreksstrategieën
9.8.2(2) Werken met groepen
9.8.3(2) Maatschappelijk Werk in het AC
9.8.4(2) Plaats AC Maatschappelijk Werk in de gezondheidszorg
9.9 Onderwijs
9.9.1(2) Onderwijs aan kinderen en jongeren met een auditieve en/of communicatieve beperking
9.9.2(2) Taalaanbod op scholen
9.10 Werk en slechthorendheid
9.10.1(2) Werk en slechthorendheid
10 Fonetiek
10.1 Basisprincipes
10.1.1(2) Fonetiek, linguïstiek en audiologie – Basisbegrippen en verbindingen
10.1.2(2) De spraakorganen en de productie van elementaire spraakgeluiden
10.2 Fonetiek
10.2.1(2) Akoestische fonetiek
NIVEAU 3
10.2.1(3) Akoestische fonetiek
10.2.2(2) Articulatorische fonetiek – Kenmerken van spraakklanken
10.3 Kenmerken/gebruik
10.3.1(2) Fysische en perceptieve eigenschappen van spraak – Spraakbewerkingen
10.3.2(2) Fysische en perceptieve eigenschappen van spraak – Spraakbewerkingen
10.3.3(2) Meting van de kwaliteit van de stem
11 Spraak en taal
11.1 Spraak en taal
11.1.1(2) De spraak- en taalontwikkeling van het kind
11.1.2(2) Diagnostiek bij spraak- en taalontwikkelingsstoornissen
Informatie voor audiologen en audiologieassistenten
Paragraaf inhoud
