8.4.2.1(3). Enkele definities
Voorafgaand aan de bespreking van het model worden, teneinde verwarring te voorkomen, de definities van enkele hier gebruikte begrippen gerecapituleerd:
- ‘Luidheid’ – de subjectieve sterkte van een geluid, uitgedrukt in soons (in dit hoofdstuk niet gebruikt).
- ‘Luidheidsniveau’ – de subjectieve sterkte van een geluid, uitgedrukt in de dB SPL waarde van een toon van 1000 Hz die even luid is. De eenheid is de ‘foon’. Bij het vastleggen van deze eenheid is uitgegaan van een normaal gehoor. Zie Hfdst.2.3.1.
- ‘dB HL’ (dB Hearing Level) – de fysische sterkte van een geluid, uitgedrukt t.o.v. de gemiddelde gehoordrempel van dat geluid voor een grote groep normaalhorende personen. Zie Hfdst.2.2.1.
- ‘dB HL equivalent’ – het luidheidsniveau van een geluid zoals dat geldt voor een individuele slechthorende.
- ‘Geluidsterkte’ – de fysische sterkte van een geluid, uitgedrukt in dB SPL, dus t.o.v. de referentie-geluidsdruk (pref = 2*10-5 Pa (Hfdst.5.2.2).
- ‘Geluidsniveau’ – in de praktijk een niet eenduidige term. Meestal wordt er de geluidsterkte van een geluid mee bedoeld (uitgedrukt in dB SPL), maar vaak ook wordt de term gebruikt voor dB HL
- ‘dB(A)’ – de fysische geluidsterkte, maar met toepassing van een filter waarmee de lagere frequenties enigermate onderdrukt worden. Zie Hfdst.5.2.2.
De term ‘dB HL equivalent’ wordt vaak gebruikt omdat deze term goed inzicht geeft in het ‘echte’ luidheidsniveau van een geluid voor een slechthorende met een bepaald gehoorverlies. De ‘foonschaal’ heeft namelijk een enigszins objectief karakter, ingegeven door de ‘Fletcher Munson’ curven (Fig.1 in Hfdst.2.3.1). Let er op dat een gehoorverlies wordt uitgedrukt in dB.
8.4.2.2(3). Model om op basis de reactiedrempels BOA de gehoordrempel te schatten
Om op basis van reactiedrempels tot een schatting van de gehoordrempel te komen wordt gebruik gemaakt van de luidheidsopbouw bij verschillende graden van PERCEPTIEFgehoorverlies. Deze luidheidsopbouw is weergegeven in een reeks curven (Fig.1), geconstrueerd uit de MCL en UCL gegevens van Pascoe (1988). De curven geven het verband tussen het geluidsniveau (horizontale schaal) en het luidheidsniveau in een ‘slechthorend’ oor. Voor een goedhorend oor is het luidheidsniveau gelijk aan het geluidsniveau. Enkele getallenvoorbeelden kunnen dit verduidelijken.
Een geluid van 60 dB heeft bij een gehoorverlies van 60 dB – uiteraard – een luidheidsniveau van 0 dB HL equivalent, bij een gehoorverlies van 40 dB een luidheidsniveau van 40 dB HL equivalent en bij een gehoorverlies van 20 dB een luidheidsniveau van 55 dB HL equivalent. Zie de groene lijn in Fig.1. Van de andere kant uit redenerend kan men een bepaald luidheidsniveau voor een slechthorende, b.v. 70 dB terugrekenen naar het geluidsniveau dat nodig is om deze luidheid te bereiken. Bij een gehoorverlies van 40 dB is dit 80 dB, bij een gehoorverlies van 60 dB is dit 92 dB en bij een gehoorverlies van 80 dB is 104 dB nodig. Zie de rode lijnen in Fig.1.
Het model voor de drempelschatting nu is gebaseerd op de aanname dat een bepaald (subjectief) luidheidsniveau van de stimulus het criterium is van reageren en dus overeenkomt met de reactiedrempel. Voor een goedhorende baby van zes weken tot vier maanden ligt deze reactiedrempel bij een luidheidsniveau van 70 ± 10 dB HL equivalent. Het geluidsniveau dat nodig is om dit luidheidsniveau te bereiken is afhankelijk van het gehoorverlies. Een reactiedrempel bij een geluidsniveau van 90 dB HL (Fig.2) levert dus – via interpolatie – gehoordrempels tussen ongeveer 45 en 65 dB HL.
Op deze wijze kan bij elke reactiedrempel een schatting van het gehoorverlies gemaakt worden. Deze schattingen zijn genoteerd in Tabel I.
Gemeten reactiedrempel (dB) | Geschat gehoorverlies (dB) |
70 | 0 – 30 |
75 | 0 – 40 |
80 | 0 – 50 |
85 | 30 – 55 |
90 | 40 – 65 |
95 | 55 – 70 |
100 | 65 – 80 |
105 | 70 – 90 |
110 | 80 – 95 |
Tabel I. Schatting perceptief gehoorverlies op basis van reactiedrempels bij BOA (leeftijd zes weken tot vier maanden).
Het hiervoor beschreven voorgestelde model is nog niet door wetenschappelijk onderzoek gevalideerd.
Literatuur
- Diefendorf AO, Gravel JS. Behavioral observation and visual reinforcement audiometry. In Gerber SE (ed.), The handbook of Pediatric Audiology, Ch.4, 55-83. Gallaudet University Press, 1996.
- Kaga K, Tanaka Y. Auditory brainstem response and behavioural audiometry. Arch Otolaryngol 1980;106:564-566.
- Madell, JR. Behavioural Evaluation of Hearing in Infants and Young Children. Thieme Medical Publishers NY, 1998. ISBN: 3131079819
- Northern J and Downs M. Hearing in Children. Williams & Wilkins , Baltimore, 1991.
- Pascoe DP. Clinical measurement of the auditory dynamic ranges and their relation to formula for hearing aid gain. In J Jensen (Ed.), Hearing aid fitting: Theoretical and practical views. Proc of the 13 th Danavox Symposium, Copenhagen, 1988, 129-152.
- Relke W, Frey HH. Hearing studies in newborn infants by means of hearing reflex tests. Z Laryngol Rhinol Otol 1966;45:706-21.
- Ruth RA, Horner JS, McCoy (Donaldson) GS, Chandler CR. Comparison of auditory brainstem response and behavioral audiometry in infants . Scand Audiol 1983;Supplementum 2 94-98.
Auteur
Hoekstra
Revisie
oktober 2010