8.4.1.1(2). Inleiding Een gehoorstoornis betekent voor een kind niet alleen dat het onvoldoende kennis kan nemen van zijn omgeving en een beperking ondervindt in de communicatie met die omgeving, maar tevens dat er een vertraging of zelfs stagnatie optreedt in de ontwikkeling van de taal en de spraak. De mate
8.3.15.1(3). Normaalwaarden De bepaling van de normaalwaarden is gebaseerd op de uitkomsten van 284 oren (142 proefpersonen) met een onbelaste ooranamnese. De – herhaalde – metingen werden verricht bij patiënten die in aanmerking kwamen voor een ototoxische behandeling, tot aan het moment dat, volgens een objectief criterium de eerste ototoxische
8.3.14.1(2). Inleiding De standaard toonaudiometrie beslaat de frequenties 125 Hz tot en met 8000 Hz. Hoewel de mens, zeker op jonge leeftijd, tonen kan horen tot 24000 Hz, is, tot aan het einde van de zeventiger jaren, de gevoeligheid van het oor in het frequentiegebied boven 8000 Hz slechts in
8.3.12.1(2). Inleiding In de voorafgaande hoofdstukken van rubriek 8 (‘Diagnostiek’) van het Nederlands Leerboek Audiologie is een aantal tests besproken zoals: Eenvoudige luistertests, bijvoorbeeld de ‘fluistertest’ Tests waarmee het gehoor gescreend wordt, bijvoorbeeld het meten van otoakoestische emissies Tests waarmee de overdracht van het geluid naar het binnenoor gemeten wordt,
Het voorliggende hoofdstuk komt tweemaal in het Leerboek voor: als Hfdst.8.3.12 vanwege de diagnostische aspecten en als Hfdst.9.7.2, vanwege de revalidatie en advisering. De auteur van dit hoofdstuk is drs. Arno F. Lieftink, psycholoog (Erasmus MC Rotterdam en UMC Utrecht, KNO) en Kati H. Trijsburg-Peeters, maatschappelijk werker (UMC Utrecht, KNO)
Niveau 3 Het principe van de ‘Stacked ABR’ is de meting van een BERA met kliks terwijl een high-pass maskeerruis wordt toegevoegd. De afsnijfrequentie van de ruis wordt in opeenvolgende stappen verlaagd. Het geluidsniveau van de ruis is vóór de filtering net voldoende om de respons op de kliks te
Bij het schrijven van de eerste versie van dit hoofdstuk (2011) is gebruik gemaakt van de bijdrage van J.J. Eggermont en P.H. Schmidt aan de Boerhave Cursus, KNO-Audiologie Academisch Ziekenhuis Leiden, 1996 en aan het proefschrift van Van der Drift, Rotterdam, 1988. Het betreffende hoofdstuk van de Boerhave Cursus is
8.3.8.1(3). Aanvullende mogelijkheden van ECochG -onderzoek Verwezen wordt naar Eggermont, 1977, Harrison et al., 1981 en Rutten, 1986. Recent bestaat er ook toenemende belangstelling voor intra-operatieve monitoring (Par.8.3.8.5(3)) van de conditie van de cochlea met electrocochleografie bij diverse soorten operaties. 8.3.8.2(3). Responsie-eigenschappen van de pathologische cochlea – voorbeelden Om een