2.9.1.1(3). Frequenties die een rol spelen i.v.m. spraak In Hfdst.2.2.1(2) zagen wij dat het oor in principe gevoelig is voor frequenties tussen de 20 en 20000 Hz, bij geluidsniveaus die kunnen liggen tussen 0 en 120 dB SPL. Het totale gebied van mogelijkheden noemt men het ‘gehoorveld’. Spraak als fysisch
2.9.1.1(2). Inleiding Spraakverstaan in aanwezigheid van storende geluiden, zoals het geluid van pratende mensen in de directe omgeving, achtergrondmuziek en verkeerslawaai, is voor veel slechthorenden een groot probleem. Terwijl spraakverstaan in een rustige omgeving vaak goed mogelijk is, levert de aanwezigheid van soms maar een geringe hoeveelheid ‘rumoer’ onoverkomelijke hinder
2.8.1.1(2). Inleiding Het onderwerp van dit hoofdstuk, ‘frequentieanalyse’, betreft de meest fundamentele eigenschap van het gehoor. Frequentieanalyse is bij het horen altijd aanwezig, ook al zijn we ons daarvan niet bewust. Bij het onderzoek van het gehoororgaan, hetzij psychofysisch, hetzij elektrofysiologisch, komt men het tegen. De vele verschijningsvormen zijn terug
2.7.2.1(2). De perceptie van twee gecorreleerde geluidsbronnen In afgesloten ruimten hebben we zelden te maken met één enkele geluidsbron. Het geluid wordt gereflecteerd tegen muren, plafonds, obstakels enz. In een akoestisch gedempte ruimte zoals een huiskamer treden weinig reflecties op, terwijl in een galmende ruimte, zoals een concertzaal of kerk,
2.7.1.1(3). Afleiding formule interauraal tijdverschil In Fig.1 komt het geluid in het linker oor later aan dan in het rechter. Dit is een gevolg van een verschil in weglengte dat optreedt wanneer het azimut φ ongelijk is aan 0. Benadert men de gemiddelde afmetingen van het menselijk hoofd door een
2.7.1.1(2). Inleiding Nederlandse zegswijzen zoals ‘het ene oor in, het ander oor uit’ en ‘de oren spitsen’ benadrukken het feit dat de mens beschikt over twee oren in plaats van één. Waartoe die twee oren? Natuurlijk, als het ene oor kapot zou gaan, heb je altijd het andere nog. En
2.6.1.1(2). Inleiding Combinatietonen zijn tonen die gegenereerd worden door het gehoororgaan, zonder dat er tonen met die frequenties worden aangeboden. Ze zijn een gevolg van vervorming in het binnenoor wanneer men luistert naar combinaties van tonen. Hun aanwezigheid in het oor is van invloed op de klank van muziek. Tevens
2.5.1.1(2). Inleiding Het doel van de psychoakoestiek is het vinden van relaties tussen de fysische eigenschappen van aangeboden geluiden en de manier waarop die geluiden – subjectief – gehoord worden (Hfdst.2.1.1). Bij de beschrijving van wát men hoort wordt vaak gebruikgemaakt van de technische term ‘kenmerken’. Voorbeelden van kenmerken zijn