2.4.1.1(2). Toonhoogte – Inleiding Het begrip ‘toonhoogte’ (in het Engels ‘pitch’) karakteriseert een geluid in termen van ‘hoog’ en ‘laag’. Het is een perceptief (subjectief) kenmerk van een geluid en is verbonden met een ordening op een muzikale schaal. Het ene geluid kan hoger klinken dan het andere. Het feit
RUBRIEK INHOUD Schema voor de rangschikking van de taaltests volgens taalaspect en leeftijd FUNCTIES Preverbaal Tests 2;0 – 4;0 Tests 4;0 – 8;0 Tests 8;0 – 12;0 Tests 12;0 – 16;0 Rec Pro Rec Pro Rec Pro Rec Pro Concentratie/luisterhouding (voorwaarden) Observatie A1-1 – Spraakproductie (algemeen)
Drs. Trudi de Koning is klinisch linguïst UMC Utrecht, Functiecentrum KNO); drs. Trudi de Koning is verantwoordelijk voor de inhoud van het hoofdstuk en dr. Pieter Lamoré (audioloog) voor de vormgeving. Commentaar is gegeven door drs. Esther Carrión (orthopedagoog), Rianneke Crielaard en Edith Hofsteede-Botden, respectievelijk klinisch linguïst en logopedist/spraak-taal patholoog
Bijlage 1: GRONINGER MINIMUM SPREEKNORMEN LIJST (Goorhuis-Brouwer) 0 – 1 jaar Huilen, lachen en kraaien Spelen met de stem, lippen, tong en gehemelte (voorbeelden: ‘ah’, ‘eh’) Luisteren naar de stem van mama en kijken naar haar mond Brabbelpatroontjes worden steeds langer en ingewikkelder (voorbeelden: ‘baba’, ‘dadada’). 1 jaar Veel en
De schrijver van dit hoofdstuk is drs. Trudi de Koning (psycholinguïst UMC Utrecht, Functiecentrum KNO) zeer erkentelijk voor haar commentaren en adviezen bij het schrijven van dit hoofdstuk. 11.1.1.1(2) Inleiding De spraak- en taalontwikkeling bij jonge kinderen is een heel complex gebeuren. De communicatie door spraakgeluid wordt wel aangemerkt als