M
MAA 2.7.1.2 Minimum Audible Angle: minimaal onderscheidbaar verschil in geluidsrichting
Maatsch Werk in AC 9.8.3.7 specifiek werkterrein voor MW in het interdisciplinaire team van een AC (zie ook 9.8.2.4)
Maatsch. Werk voor SH 9.8.3.1 speciale aandacht binnen MW voor auditief beperkte personen en kinderen
Maatsch.Werk AC specifiek 9.8.3.7 Maatschappelijk werk voor auditief beperkten onderscheidt zich wezenlijk van ander MW
Maatsch.Werk profiel in AC 9.8.3.6 taakomschrijving van maatschappelijk werk in een Aud. Centrum
macula 3.2.2.3 laag zintuigcellen die de oriëntatie t.o.v. de zwaartekracht registreren door opliggende otolieten
MAF 2.2.1.2 Minimal Audible Field minimaal waarneembare sterkte van een toon in vrije veldaudiometrie
magnitude estimation 2.3.1.8 methode om luidheid te meten
malleus 1.1.3.3 3.2.1.3 zie hamer
manubrium 3.2.1.3 steel van de hamer
MAP 2.2.1.2 Minimal Audible Pressure: minimaal waarneembare sterkte van een toon via hoofdtelefoon
mapping 6.2.2.6 ruimtelijke ordening van cellen met kar. eigenschap bv frequentie, temp.structuur (2.4.1.6)
maskeren 1.1.5.4 8.3.2.5 ongevoelig maken van een oor voor een signaalgeluid door het te belasten met verstorend geluid
maskeren/spraakaudio 8.3.2.7 Voorkomen dat een beter oor de meetresultaten van meting van het slechtere oor beïnvloeden
massacomp. in imped. 4.2.1.3 deel van weerstand (impedantie ) dat frequentie afhankelijk is: stijfheid en/of massa
MASTER 4.5.3.4 commercieel apparaat om ASSR te meten
mastery 7.2.6.5 meester zijn van de situatie, het gevoel hebben de situatie te beheersen
mastod 3.2.1.3 rotsbeen, botstructuur met luchthoudende holtes rond midden- en binnenoor
matchen 9.2.6.7 twee signalen of microfoons zo selecteren dat ze zo veel mogelijk gelijk zijn voor bedoeld facet
maturation 8.4.1.4 rijping verder ontwikkelen van onderdelen van het centraal zenuwstelsel (ook 10.4.1.1)
Matzkertest 8.3.5.6 test waarbij spraak in twee gefilterde banden samen of afzonderlijk per oor worden aangeboden
max. versterking 9.2.2.3 maximale versterking die het toestel kan leveren
max.uitgangsvermogen 9.2.2.3 maximale geluidssterkte die het toestel kan afgeven
maximale discriminatie 9.3.2.2 hoogste score in de discriminatie curve bij spraakaudiometrie
maximum output power 9.3.2.4 maximaal uitgangsvermogen (van een versterker)
MCE 4.5.2.4 Minimum Norm Current Estimate, maat voor bepalen plaats en tijd van bron van potentiaal
MCL 8.3.2.1 Most Comfortable Loudness-level, gebied waar het geluid goed hoorbaar en aangenaam luid is
MCL-UCL relatie 9.2.6.2 metingen van Pascoe die relatie hoordrempel aangename- en onaangename luidheid tonen
meatus 4.1.1.1 uitwendige gehoorgang
meatus acusticus interna 3.3.1.2 inwendige gehoorgang, in bot uitgespaard kanaal voor de gehoorzenuw
meatus externus 3.2.1.2 uitwendige gehoorgang
mech.elektr. Omzetting 4.3.1.4 omzetting van mechanische energie in elektrische (haarcellen van Corti)
medeklinker 1.1.2.4 10.1.2.3 een klank die aan het begin of het einde van een klinker wordt voortgebracht door de mondstand
mediaal 3.1.1.2 naar het midden toe, in het midden
mediane verlies (mediaan) 7.2.6.2 het middelste getal van een serie getallen die geordend zijn in volgorde van grootte
medium 5.2.1.1 een materie vorm waarin een trilling zich kan voortbewegen
medulla (oblongata) 3.1.1.3 vaak medulla genoemd: onderste deel van de hersenstam
meerbands-hoortoestel 9.2.6.8 hoortoestel waarin het ingangssignaal in freq. banden wordt opgesplitst om apart te bewerken
meer-programma toestel 9.3.3.3 hoortoestellen met keuze mogelijkheid om verschillende instellingen afwisselend te benutten
meetelektrode 4.5.1.1 metalen plaatje dat op de huid geplakt wordt en waarmee de potentiaal wordt gemeten
meetprogramma SH 9.3.3.3 programma van de achtereenvolgens uit te voeren tests op functioneren(van oor of hoortoestel)
MEG 4.5.2.4 magnetoencephalografie meting van schedel potentialen (EEG) d.m.v. magnetischr velden
meiose 7.1.2.2 splitsing van chromosomen bij voortpanting
MEL 2.4.1.2 subjectieve eenheid van toonhoogte (objectief is dat frequentie) (ook 2.1.1.1)
melodische structuur 10.2.1.5 verloop van toonhoogte (intonatie) bij spreken
membraan van Shrapnell 3.2.1(3) zie pars flaccida, bovenste deel van het trommelvlies
membrana tympani 3.2.1.2 zie trommelvlies
Menière patient 1.1.6.5 7.2.7.1 lijdend aan de ziekte van Menière: aanvallen van slechthoren, duizeligheid en oorsuizen
Menière ziekte van 1.1.6.5 7.2.7.1 aanvalsgewijze aandoening in het binnenoor met trias duizeligheid, oorsuizen en slechthoren
meningioom 8.3.9 gezwel van het meninge, het hersenvlies
meningitis 1.1.7.3 6.2.3.2 hersenvliesontsteking kan een oorzaak zijn van een verworven gehoorstoornis (zie ook 7.3.2.8)
mesencephalon 3.1.1.3 de middenhersenen, centrum waar primitieve vitale reflexen(b.v. bukken) worden gegenereerd
mesenchym 3.1.2.3 deel van het mesoderm waaruit steun-, bind- en vaatweefsel ontstaat
mesoderm 3.1.2.2 “tussenlaag in de “”huid”” van het embryo basis voor vascularisatie”
mesotympanium 3.2.1.3 middengedeelte van de middenoorholte
metabool proces 6.1.1.2 actief uitwisselingsproces (hier: naar buiten pompen van Na ionen)
metencephalon 3.1.2.5 achterhersenen
MGB 6.2.2.7 Medial Geniculate Body: belangrijk verwerkingscentrum van geluidsaanbod in Thalamus
MHS 9.8.1.6 Mond Hand Systeem gebarensysteem gericht op onderscheiden van spraakklanken
microdissectie 7.2.2.4 het in zeer kleine onderdelen uiteen leggen
microfoon (hoortoestel) 1.1.8.2 9.2.1.2 onderdeel van hoortoestel dat geluid omzet in een elektrisch signaal
microfoonruis 9.2.6.3 ruis veroorzaakt door spontaan signaal uit de microfoon (bij ontbreken van inputsignaal)
micromechanica haarcel 4.3.1.4 microscopische bewegingen binnen het binnenoor (zie ook 4.3.1.4(3))
microtica (oorschelp) 7.2.2.2 niet goed ontwikkelde oorschelp, ook wel frommeloor
middeling 4.5.1.5 methode om de response-potentiaal op een geluid door herhaling reproduceerbaar zichtbaar te maken
middenoor 1.1.3.3 3.2.1.3 het deel van het oor tussen trommelvlies en binnenoor dat de geluidsenergie focusseert
middenoor implantaten 9.4.1.4 geïmplanteerde vorm van hoortoestel dat de gehoorbeentjesketen mechanisch aandrijft
middenoorfunctie 4.2.1.1 werking en functie van het middenoor
middenoorontsteking 1.1.6.4 8.1.1.3 ontsteking in het middenoor,r zie ook otitis media
middenoorspiertjes 6.2.1.3 spiertjes in het middenoor die de geluidstrilling-geleiding kunnen beïnvloeden
middle latency response 4.5.2.2 MLR: response op geluidsstimulus met middellange latentie (8 tot 60 msec)
MIHO 1.1.8.7 9.2.1.3 Mini-In-Het-Oor toestel dat geheel in de gehoorgang wordt gedragen zie ook IHO
minimal audible field 2.2.1.2 de kleinste sterkte van het bedoelde geluid dat aangeboden via de hoofdtelefoon nog hoorbaar is
mismatch neg. resp. 4.5.2.2 (MNR) verschil in latentie tussen echt-doel en afwijkend-doel stimulus in 300ms interval
Missing Fundamental 2.4.1.3 harmonisch complex van twee of meer componenten waarin de grondtoon niet aanwezig is.
mitochondriaal 7.1.2.6 gebonden aan de onderdelen van het cytoplasma, de energiecentrale der cel (zie ook 7.3.2.2)
MKS-systeem 5.1.1.1 Meter- Kilogram-Seconde systeem
MLR 4.5.1.1 Middle Latency Response: hersenpotentialen die na even ontstaan na geluidsaanbod
MM 4.5.3.2 Mixed Modulation: combinatie van Freq. Mod en Ampl. Mod.
MMN 4.5.2.3 mismatch negative response, zie aldaar
mobieletelefoon-storing 9.2.6.6 IRIL: maat voor storingsgevoeligheid van hoortoestel voor mobiele telefoons
modeling in spraakontwikkeling 11.1.1.5 het ontstaan van een relatie tussen geluidspatronen en concrete situaties
modiolus 3.2.2.3 holle as waar de lamina spiralis omheen spiraliseert, bevat de uitlopers van de gehoorzenuw
modulatie 2.5.1.3 periodieke (sinusvormige) verandering van sterkte of frequentie van geluid (zie ook 9.3.7.4)
modulatiefrequentie 2.4.1.6 frequentie waarmee het basissignaal (draaggolf) wordt gemoduleerd (ook 4.5.3.1)
modulaties freq. / ampl. 5.3.1.4 periodieke (sinusvormige) variatie van resp. frequentie of amplitude van het draaggolf-signaal
monauraal 2.7.1.3 “eenzijdig
mond-hand-systeem 1.1.7. 9.8.1.6 gebaren om spraakklanken met gelijke mondstand beter te kunnen te onderscheiden
Mondini dysplasie 7.3.2.4 niet compleet aangelegde cochlea en vergroot vestibulum
monitoring 7.4.1.3 ontwikkeling volgen door regelmatig (gehoor) onderzoek te doen
Monosyl.Trochee-Sp. 7.3.3.(3) niveau 3: MTS: test op woordonderscheiden in beperkte set alternatieven
mono-syllabe 8.3.5.2 woord bestaande uit één lettergreep
MOP 9.3.2.4 Maximum Output Power: maximaal uitgangsvermogen (van een versterker)
morfemen 10.1.1.2 kleinste taaleenheden die een zelfstandige betekenis hebben
morfemen-grammaticale 10.1.1.2 vormen van morfemen die een speciale informatie overbrengen (bv enkelvouds-/ meervoudsvorm)
morfologie 7.2.6.3 leer van de bouw en samenstelling van het lichaam en organen
morfologie v spraak 10.1.1.2 houdt zich bezig met de samenstelling van woorden uit de elementaire delen de morfemen
morfosyntaxis 10.1.1.2 beschrijft de taalstructuren van zinnen
Moro-reflex 6.2.2.7 reflexmatige reactie op prikkel (hier bv. vallen op hard geluid en je zelf dan opvangen)
most comfortable level 9.2.6.2 geluidsgebied waarop de luidheid van het aangeboden geluid als aangenaam wordt ervaren
most significant bit 9.2.5.5 Most Significant Bit komt overeen met de helft van de maximale signaal waarde
motorboten 9.2.6.5 cyclisch: batterij spanning kan dalen bij grote output die daalt dan en spanning stijgt weer
motorneuron 6.2.1.2 werkzaam neuron (zie fig. 1 in 6.2.1.2)
MRI 1.1.6.5 7.2.2.4 afbeeldingtechniek om weefsel structuren zichtbaar te maken (bv voor operatie-indicatie)
MSB 9.2.5.5 Most Significant Bit komt overeen met de helft van de maximale signaal waarde
MSN 1.1.9.4 9.7.1.5 internet programma om gratis camera en geluidsverbinding te kunnen hebben wereldwijd
MT 7.1.2.6 Niet-syndromaal en mitochondriaal
MTS 7.3.3.(3) niveau 3: Monosyll. Trochee Spondee test op onderscheiden in beperkte set alternatieven
M-T-schakelaar 1.1.8.2 9.2.2.4 schakelaar op hoortoestel om microfoon samen met magnetische spoel (telecoil) te gebruiken
Multiple Sclerose 1.1.6.5 7.2.1.5 aandoening van het zenuwsysteem die spier- en zintuig- functies aantast
musculus stapedius 1.1.3.3 8.3.3.1 spiertje in het middenoor dat bij hard geluid de beweging van de stapes kan wijzigen
mutaties 7.1.2.3 wijziging (van erfelijke eigenschappen) in de opeenvolging van basisparen bv tgv bestraling
muziek 1.1.2.3 2.6.1.1 geluid dat als toonkunst wordt gewaardeerd
MW in AC en ander MW 9.8.4.2 Bij overdracht van cliënten moet vaak inzicht in specifieke problematiek gegeven worden
MW voor slechthorenden 9.8.3.1 speciale aandacht binnen Maatsch. Werk voor auditief beperkte personen en kinderen
MW, eigenplaats in AC 9.8.4.4 specifiek werkterrein voor MW in het interdisciplinaire team van een AC (zie ook 9.9.1.5)
myaline 6.2.1.2 stof die schede vormt om neuron en isolerend en transportsnelheid bevorderend werkt
myelencephalon 3.1.2.5 onderste deel van de hersenstam dat zich tot ruggenmerg ontwikkeld
myelineschede 6.1.1.2 isolerend laagje om zenuw die ook versnellend werkt op puls geleiding (zie ook 3.3.1.3)
myelinisatie 4.5.1.5 groei van myelineschede om zenuw, zodat prikkelgeleiding sneller verloopt (ook 8.3.8.5)
myogeen 4.5.1.4 meetartefact door spieractiviteit t.g.v. stimulussignaal (ook niveau 3 van 4.5.10
myogene potentiaal 4.5.3.3 (stoorende) bijdrage in registratie door invloed van elektrische response op spieractiviteit
myopathin 6.2.3.4 spierziekte vaak met SH en visus afwijkingen