N VIII | 3.3.1.2 | nervus 8, de achtste zenuw, de nervus cochlearis en ook wel gehoorzenuw genoemd, | |
N1 | 4.4.1.4 | deel van CAP, na weergave van de stimulus volgt grote spanningsvariatie N1 is neg.piek | |
N2 | 4.4.1.4 | deel van CAP, na weergave van de stimulus volgt grote spanningsvariatie N2 is neg.piek | |
naaldelektrode | 8.3.8.1 | dun naaldje dat in weefsel wordt geprikt om elektrische verschijnselen te registreren | |
nagalm | 2.7.2.4 | terugkaatsing van geluid, ook wel reverberatie | |
nagalmtijd | 5.5.1.2 | maat voor het blijven naklinken van een geluid (verval over 60 dB) (zie ook 2.9.1.3) | |
NAL | 9.3.3.4 | National Acoustic Laboratories, Australia hoortoestelaanpasregel (zie ook 9.2.7) | |
NAL-R(P) rekenregel | 9.3.3.6 | niveau 3: beschouwing over wijze van berekenen instelling HT door NAL regels | |
NAL-regel | 9.2.7.1 | rekenregel vlg NAL voor bepalen goede freq. karakteristiek van hoortoestel uit toonaud. | |
NALregel(ook niveau 3) | 9.3.3.4 | “aanpasregel voor hoortoestel “”National Acoustic Laboratories, Australia”” (zie ook 9.2.7)” | |
nasaal | 1.1.2.5 | 10.1.2.3 | door de neus klinkend |
nasalen | 10.2.2.3 | kenmerk medeklinker, neusklank (bv ng) | |
nasaliteit / nasalisatie | 10.2.2.2 | neusklank die tot stand komt door bij foneren ook de neusopening te benutten | |
Nationale Hoortest | 1.1.5.2 | 9.3.4.4 | screenings-gehoortest met aanbieding van uitgesproken getallen in storend lawaai |
N-CDI-lijsten | 8.4.7.3 | lijsten om woordproductie bij kinderen tussen 15 en 30 maandente onderzoeken | |
Nederlands met gebaren | 9.8.1.6 | gebarensysteem dat het verstaan van de Nederlandsgesproken taal ondersteunt | |
Nederlandse Gebaren Taal | 9.8.1.6 | taalsysteem dat communicatie door middel van gebaren mogelijk maakt. (ook 7.3.1.2) | |
nefrotoxiciteit | 7.4.1.3 | toxiciteit van de nieren | |
neomicine | 7.3.1.3 | soort antibioticum, met ototoxische bijwerking | |
neonaat | 8.2.3.2 | pasgeborene | |
Neonat.geh scr -protocol | 8.2.3.(3) | niveau 3: protocollen voor de neonatale gehoorscreening | |
neonatale geh. Screening | 8.2.3.1 | onderzoek naar slechthorendheid op zeer jonge leeftijd | |
neorogram | 4.4.1(3) | zie niveau 3van 4.4.2 overzicht van activiteit in de zenuw in reactie op klikstimulus | |
nervus cochlearis | 3.3.1.2 | gehoorzenuw of ook wel 8e zenuw die informatie van de cochlea naar hogere centra geleid | |
nervus-facialis | 3.2.1.3 | aangezichtszenuw | |
nervus-vestibularis | 3.2.2.4 | tak van de achtste (gehoor)-zenuw (N. Cochlearis) die informatie van het evenwichtsorgaan aanlevert | |
neuraal auditief systeem | 6.1.2.1 | verwerkingsbaan van af de cochlea naar de hogere hoorcentra | |
neuraalgehoor | 6.2.2.1 | beschrijving van de wijze waarop de bewuste geluidswaarneming tot stand komt | |
neurale activiteit | 6.1.1.2 | elektrische activiteit in een neuron of een zenuwcel | |
neurale geleiding | 6.1.1.2 | voortschrijden van actiepotentialen door zenuw | |
neurinoom | 7.2.2 | gezwel of zwelling uitgaande van een zenuw | |
neurofibromatose | 7.3.2.3 | slechthorendheid door tumorzwelling die de gehoorzenuw verdrukt | |
neuron | 6.1.1.2 | zenuwcel / zenuwvezel, basiselement voor informatieoverdracht in neuraalsysteem | |
neuropathie | 7.3.2.4 | aandoening van een zenuw | |
NGT | 1.1.7.4 | 7.3.1.2 | Nederlandse Gebaren Taal zie gebarentaal (ook 9.8.1.6) |
nicotine | 7.4.1.2 | genotmiddel in tabak (kan ototoxische werking hebben) | |
NICU | 8.2.3.5 | Neonataal Intensive Care Unit, ziekenhuis afdelingen voor intensieve zorg voor zuigelingen | |
niet-lineair gedrag | 2.6.1.3 | verschijnsel dat de frequentie spectra van de stimulus en de response niet gelijk zijn | |
NmG | 1.1.7.4 | 7.3.1.2 | gesproken Nederlands ondersteund met zinvolle uitbeeldende gebaren (ook 9.6.2.6) |
NNStest | 8.4.7.3 | Nederlandse NonSpeech test bij overwegen CI te plaatsen | |
nomogram | 8.3.9.2 | een curve die de grootte van de spreiding rond het gemiddelde aangeeft | |
non-invasief | 8.3.8.1 | meetmethode waarbij met elektroden op de huid wordt gewerkt | |
nonsens woorden | 8.3.5(3) | niveau 3: woordachtige klanken die wel vrij normaal klinken maar geen betekenis hebben | |
nonsens zinnen | 8.3.12.6 | zinnen die geen logische inhoud of betekenis hebben en dus niet redundant zijn | |
Non-Steroidal-Anti-Infl. | 7.4.1.2 | ontstekingsremmend geneesmiddel (kan ototoxische werking hebben) | |
norm(aal)waarde | 8.3.5.2 | ijking van de meetwaarde, gemeten bij een groep representatieve gezonde proefpersonen | |
notch-filter | 9.2.4.7 | filter dat een frequentieband verzwakt of zelfs blokkeert (bandstopfilter, bandrejectionfilter) | |
NRDF | 9.2.5.4 | Niet Recursieve Discrete Filters output wordt alleen bepaald door voorgaande ingangssignaal | |
NSAID | 7.4.1.2 | Non Steroidal Anti Inflammatory Drug (kan ototoxische werking hebben) | |
nuclei – nucleus (zenuw kern) | 3.3.1.3 | verzameling cellichamen in het centrale deel van het zenuwstelsel (noot bij 6.2.1.6) | |
nucleotiden | 7.1.2.3 | verbindingen tussen de twee strengen (de dubbele helix) in het DNA molecuul (basisparen) | |
nucleus cochlearis | 3.3.1.2 | verwerkings centrum in de hersenstam van de geluidsinformatie uit de cochlea | |
NVA-lijst | 8.3.5.2 | woordlijst voor spraakaudiometrie standaard van de Nederlandse Vereniging voor Audiologie | |
NVVS | 1.1.10.5 | 7.3.4.2 | Ned. Ver. Voor Slechthorenden, belangen behartigende organisatie voor slechthorenden |
Nyquist-frequentie | 5.3.2.2 | minimale samplefrequentie (meer dan 2 maal de hoogste freq. component in het signaal) |