O
OAE 1.1.5.7 4.3.2.1 zie oto-akoestische emissies [zie ook 4.3.2.1(3)]
OAE als verschijnsel 4.3.2(3) niveau 3 van 4.3.2 verklaring van het tot stand komen van de OAE meetmethode
OAE digagnostiek 4.3.2.4 betekenis van een al of niet gemeten OAE
OAE diverse soorten 4.3.2.3 verschillende methoden om een OAE response te genereren
OAE ijking (DPOAE) 4.3.2(3) niveau 3 van 4.3.2 nadere info over ijking, ontstaan en eigenschappen van DPOAE
OAE meetopstelling 4.3.2.2 apparatuur om de meting van OAE’s te verrichten
OAE prevalentie 8.2.2.2 vóórkomen van een verschijnsel
OAL 9.2.1.2 On-Aangename Luidheid,sterkte waarbij een toon als onaangenaam luid wordt ervaren
object (auditief) 2.5.1.3 geluidsbronnen
objectieve tinnitus 7.2.4.1 een vorm van oorsuizen waarbij het geluid ook door buitenstaanders kan worden waargenomen
observatie audiometrie 8.4.2.1 Behavioural Observation Audiometry, observeren of het kind reageert op een geluid
obstruenten 10.2.2.3 kenmerk medeklinker samen neming van plofklanken en fricatieven
occluded Ear Simulator 9.3.4.3 complexer kunstoor dat beter overeenkomt met de eigenschappen van het oor
occlusie-effect 1.1.3.3 9.2.3.8 effect dat afsluiting van de gehoorgang de eigen stem dof doet klinken
occlusieven 10.2.2.3 kenmerk medeklinker zie plosieven
octaaf verwisseling 7.2.4.2 het een octaaf te hoog of te laag inschatten van de toonhoogte van een geluid
octaafaudiometrie 8.3.2.1 methode om gehoordrempel te bepalen met tonen die steeds 1 octaaf van elkaar verschillen
oculair hypertelorisme 7.2.2.2 abnormaal grote onderlinge afstand van de ogen
odd-ball paradigma 4.5.2.2 methode om EERP op te wekken
OES 9.2.7.1 occluded ear simulator: verbeterd kunstoor
off frequency listening 8.4.3(3) bij een complex geluidssignaal reageren door horen van een andere frequency dan bedoeld
OHC 3.2.2.4 “””Outer”” of uitwendige of buitenste haarcellen van Corti”
olijfcomplex 6.2.2.4 centrum van auditieve informatieverwerking op eerste niveau (zie ook 3.3.1.2)
oliva superior 3.3.1.2 deel van het olijfcomplex zie daar
olivo cochl. reflex effect 6.1.2.3 effect van OCB reflex op de geluidswaarneming (cochleaire gain)
olivo cochl. baan reflex 6.1.2.2 reflexmatige terugkoppeling via OCB vanuit hogere hoorcentra naar de haarcellen
olivo cochl.aff. baan(OCB) 6.1.2.1 neurale informatiegeleiding vanuit de cochlea naar de hogere hoorcentra
olivo-cochleaire bundel 3.3.1.3 zenuwbundel tussen de cochlea en het olijfcomplex
OME 7.2.2.3 Otitis Media met Effusie middenoor ontsteking met vochtafscheiding (zie ook 8.1.2.3)
omgevingsfact. in ICF 7.5.1.2 betreffen fysieke en sociale omgeving waarin de persoon leeft
omgevingsfact. Meten bij SH 7.5.2.4 mogelijkheden invloed van omgevingsfactoren (ICF) te meten
onaangename luidheid 8.3.2.1 niveau waarbij een sterker wordende aangeboden toon als onaangenaam luid wordt ervaren
ongecorreleerd 2.7.1.3 niet overeenstemmen, (bv ongecorreleerde ruis dwz twee verschillende ruisen
ongekruiste baan 3.3.1.3 zenuwbaan die informatie van een cochlea leidt naar de ipsilaterale auditieve kernen
ontluchtingskanaal 9.2.3.8 dun kanaaltje dat dwars door het oorstukje wordt geboord voor ventilatie van de gehoorgang
oordopjes 9.2.3.9 afsluitdopjes om te voorkomen dat ongewenst geluid hinder veroorzaakt
oorhanger 1.1.8.7 9.2.1.3 hoortoestel in banaanvorm dat achter de oorschelp wordt gedragen
oorpijn 8.1.1.3 diverse vormen van pijn of jeuk in het oor bij bezoek aan huisarts
oorprop 1.1.4.2 afsluiting van de gehoorgang door cerumen
oorschelp 1.1.3.2 6.2.1.2 uitwendig deel van het oor
oorsimulator 9.2.3.1 kunstoor dat de akoestische eigenschappen van het uitwendige oor benadert
oorspeentje 9.2.3.4 standaard oorstukje in de vorm van een speentje
oorstenen 3.2.2.3 oorstenen (ook otolieten) steentjes die op de maculae van utriculus en sacculus liggen
oorstuk-geluidsweergave 9.2.3.7 mogelijkheid om de geluidsweergave te beïnvloeden door eigenschappen van het oorstukje
oorstukje 1.1.8.6 9.2.3.2 op maat gemaakt, in het uitwendige oor passend aansluitstukje voor een hoortoestel
oorstukje-materiaal 9.2.3.4 oorstukjes kunnen van diverse materialen gemaakt worden (anti-allergisch, flexibel, e.d.)
oorstukjes-uitvoeringen 9.2.3.5 verschillende uitvoeringen voor diverse toepassingen bij geluidsversterking
oorsuizen 1.1.4.8 7.2.4.1 een geluidssensatie die niet wordt opgewekt door een geluid uit de omgeving
opbouw-hoortoestel 9.2.1.2 samenstelling van het hoortoestel (uitleg onderdelen)
open oorstukje 1.1.8.6 9.2.1. oorstuk met grote opening naar buiten om lage tonen normaal te blijven horen
open operatietechniek 8.1.2.4 methode van uitvoering van een ooroperatie
Open-oor response 9.2.7.2 meting geluidsweergave in vrije veld zonder hoortoestel met slangetje in de gehoorgang
open-platform DSP 9.2.5.7 DSP met verschillende software programma’s die naar keuze toegepast kunnen worden.
oraal (opvoeding) 1.1.7.4 9.9.1.3 benadering van doven / ernstig slechthorenden met aandacht voor geluidswaarneming
oralisme 7.3.1.2 benadering om doven met geluidversterking via geluid te communiceren
orgelpijp (open /gesloten) 5.1.1.5 aangeblazen pijp waarin trillingspatronen (resonanties) optreden
orgelpijp (open) 4.1.1.2 een aan één zijde gesloten buis waarin de luchtkolom in trilling wordt gebracht
orgelpijp tong 5.1.1.5 pijp met aandrijving door werveling waardoor een bewegingsbuik ontstaat
orgelpijp-lip 5.1.1.5 pijp met aandrijving door ventielwerking waardoor een bewegingsknoop ontstaat
oriëntatie reflex 8.4.1.3 Het zoeken van de plaats van de bron van gehoord geluid door een heel jong kind (baby)
oriëntatiereflex-ontwikkeling 8.4.1.3 het kunnen bepalen van de plaats van een geluidsbron ontwikkelt zich en verfijnt in 2 jaar
orintatie reflex screening 1.1.5.2 8.4.1.4 reflex dat bij aanbieden van een geluid buiten het gezichtsveld naar de bron wordt gekeken
oscilleren 1.1.8.6 9.3.3.3 trillen van een voorwerp, in een signaal een zichzelf na even herhalen
oscillogram 5.3.1.1 weergave van een geluid als elektrisch signaal (met microfoon opgevangen en geschreven)
OSPL-90 9.2.2.2 het uitgangssignaal van het hoortoestel bij een aanbod van een zwieptoon van 90 dB SPL
os-temporale 3.2.1.1 slaapbeen, bot aan de zijkant van het hoofd
otitis externa 1.1.6.4 8.1.2.6 ontsteking in het uitwendige oor (gehoorgang)
otitis media 1.1.6.4 8.1.2.3 ontsteking in het middenoor
otitis media met effusie 8.1.2.3 middenoor ontsteking met vochtafscheiding
otitis serosa 8.1.2.3 oorontsteking met vochtafscheiding
oto-akoestische-emissie 1.1.5.7 4.3.2.1 in cochlea opgewekt, geluid dat in de gehoorgang te meten is (zie ook niveau-3 en 8.2.4.1)
otocyst 3.1.2.4 labyrintblaasje, deel van het embryo dat zich ontwikkelt tot het vliezig labyrint (binnenoor)
otolieten 3.2.2.3 oorstenen die op de maculae van utriculus en sacculus liggen
otologisch onderzoek 8.1.2.6 onderzoek van uitwendige en middenoor
otologische beoordeling 8.1.2.6 visuele beoordeling van het oor (oorschelp, gehoorgang, trommelvlies, keelholte e.d.)
otosclerose 1.1.6.4 7.2.2.3 het vastgegroeid zijn van de stapes(stijgbeugel) in het ovale vester (zie ook 7.2.1.4 en 7.3.2.6)
otoscopie 1.1.8.8 7.2.2.3 het visueel inspecteren van gehoorgang en trommelvlies (zie ook 8.1.2.6)
ototoxisch 1.1.6.5 8.1.2.2 giftig voor het oor: slechthorendheid veroorzakend
ototoxische 7.4.1.1 beschadigende werking van (genees- of schoonmaak)-middelen op het gehoor (ook 7.3.2.8)
ouderdomsslechthoren 1.1.6.5 7.2.6.1 presbyacusis t.g.v. degeneratieve veranderingen in de hogere auditieve centra (retro-cochleair)
output-compressie ha 9.2.2.3 compressieregeling aan de uitgang van het toestel gestuurd door het uitgangssignaal
outreachend 9.8.4.3 grensoverschrijdend, (buiten de directe grenzen van het AC als instituut)
ovale venster 3.2.2.3 overgang van het middenoor naar het binnenoor bij de stapes-voetplaat
overhoren 8.3.2.3 door mechanische eigenschappen van telefoon of beengeleider wordt het andere oor gemeten
overmaskeren 8.3.2.3 als maskeerruis aangeboden op het ene oor de hoordrempel van het andere oor beïnvloedt
overshoot 9.2.4.8 verschijnsel dat bij plotselinge signaal toename de begrenzing te laat is en te hard geluid klinkt