Taalaanbod in Spec. Onderwijs | 9.9.2.1 | Voor kinderen met hoor- en/of spraakbeperkingen is aangepast taalonderwijs geindiceerd | |
taalstoornis | 8.3.11.2 | niet normaal goed verlopende ontwikkeling van taal en spraak bij een kind | |
taalwetenschap | 10.1.1.2 | analyseert taalstructuren en zoekt relaties tussen de diverse taalstructuren | |
Tait-analyse | 8.4.7.3 | methode om comunicatieve vaardigheden in kaart te rengen bij CI | |
tastzin als geluidopnemer | 9.8.1.7 | vibratie apparatuur spraakcommunicatie ondersteunend bij ernstige auditieve beperking | |
TAV | 5.3.1.6 | Totale Amplitude Vervorming wordt uitgedrukt in % van het signaal | |
TC | 9.8.1.6 | Total Communication zie daar | |
technische specific. (HT) | 9.2.2.1 | karakteristieke technische gegevens van een hoortoestel (op een data blad) | |
tectel | 9.7.1.5 | een technische combinatie van teksttelefoon een personal computer. | |
tectoriaal membraan | 1.1.3.4 | 3.2.2.3 | weefselstructuur in de scala media die over de stereocilia van de haarcellen van Corti ligt |
tegenkoppeling | 9.2.6.5 | gebruik van een deel van het uitgangssignaal als ingangssignaal voor sturing versterking | |
teksttelefoon | 9.7.1.5 | methode om gesprek in getypte vorm via de telefoon aan de slechthorende aan te bieden | |
telecoil | 1.1.8.2 | 9.7.1.5 | inductiespoel om geluid in de vorm van magnetisch veld op te vangen zie ook luisterspoel |
telefoneren bij SH | 9.7.1.5 | methoden om bij slechthorendheid zo goed mogelijk gebruik te maken van de telefoon | |
telefoonbel | 9.7.1.5 | aandacht trekkend onderdeel van een telefoontoestel als er contact gezocht wordt | |
telefoontest | 1.1.5.2 | 8.3.7.5 | screeings-gehoortest met aanbieding van uitgesproken getallen in storend lawaai |
telefoontje (hoortoestel) | 1.1.8.5 | 9.2.1.2 | de omvormer die het elektrische signaal in het hoortoestel omzet in geluid (luidsprekertje) |
telencephalon | 3.1.2.5 | uitstulpingen van het diëncephalon die geweldig uitgroeien tot de grote hersenen | |
teletekst | 9.7.1.6 | TV informatiesysteem zoals ook betreffende ondertiteling van programma’s | |
Temp. Threshold Shift | 1.1.6.5 | 7.2.1.5 | TTS tijdelijke (hoor)drempel verschuiving tgv hard geluid |
temporaal kwab | 3.3.1.2 | deel van de hersenen aan de zijkant waar de geluidsbewustwording plaats heeft | |
temporeeloplossend | 2.1.1.3 | onderscheidend vermogen om een signaal in het tijdsverloop te analyseren | |
temporeelverloop | 9.2.4.2 | verloop van een signaal in de tijd | |
temporele model frequentie | 2.4.1.5 | Koppelen van toonhoogte (freq) aan hetv egelmatig tijdpatroon van neurale impulsen | |
temporele resolutie | 6.2.2.2 | onderscheidingsvermogen naar tijdsverschillen (tijdsintervallen) (ook 7.2.3.2 en 2.4.1.5) | |
temporele structuur | 2.4.1.5 | verloop in de tijd (van een geluid) (zie ook 8.3.6.4) | |
temporele structuur spraak | 10.2.1.5 | verloop van spreektempo tijdens het spreken | |
tensor tympanicus | 1.1.3.3 | 3.2.1.3 | spiertje in het middenoor dat de bewegingsvrijheid van het trommelvlies kan wijzigen |
tensor veli palentini | 3.2.1.3 | slikspier gehecht aan de buitenzijde van de buis van Eustachius | |
TEOAE transiënt | 4.3.2.3 | Transient Evoked OAE: met korte toonstootjes opgewekte OAE | |
TEOAE-test | 8.2.3.3 | test om door Transient Evoked Otoakoestische Emissies functioneren van het oor te bepalen | |
tertsband filter | 5.3.1.3 | instrument dat om een centrum frequentie een band van 1/3 oktaaf doorlaat (zie ook 2.7.1.4) | |
terugkoppeling | 9.2.6.5 | fenomeen dat een deel van het uitgangssignaal weer terug komt als ingangssignaal | |
terukkoppelingsonderdr | 9.2.6.8 | elektronische onderdrukking van het rondfluiten van een hoortoestel | |
tests gevoeligheid oor | 8.3.12.2 | diverse testen gericht op het screenen en/of bepalen van de gevoeligheid van het gehoor | |
tests niet organische SH | 8.3.13.4 | methoden om een niet organisch gehoorverlies vast te stellen | |
tests ongevoeligheid oor | 8.3.12.2 | metingen gericht op het bepalen van de mate van ongevoeligheid van het gehoor | |
tests op aard gehoorverlies | 8.3.13.4 | metingen voor diagnostiek, gericht op het vaststellen van de aard van het gehoorverlies | |
tests op onderscheiding | 8.3.12.5 | testen op onderscheidingsvermogen en herkenningssnelheid van het gehoor | |
tests samenwerking oren | 8.3.12.6 | testen gericht op richtinghoren en selectief onderscheiden en fuseren naar richting | |
tests-interrelaties | 8.3.12.1 | verbanden en relaties tussen uitkomsten van diverse gehoortests | |
thalamus | 3.1.1.3 | tussen hersenen | |
Thalamus auditief | 6.2.2.7 | centrum van auditieve info verwerking op derde niveau | |
THD | 5.3.1.6 | Total Harmonic Dist.: Totale Amplitude Vervorming wordt uitgedrukt in % van het signaal | |
therapeutisch | 8.3.8.2 | gericht op herstel (therapie) | |
tijdcodering | 6.2.2.2 | verschijnsel dat actiepotentialen worden afgegeven tijdens de maximale uitbolling van het BM | |
tijdtheorie | 2.4.1.5 | theorie dat toonhoogte gehoord wordt door tijdsintervallen tussen neurale impulsen | |
tijdvenster | 5.3.2.5 | tijdsinterval waarover de response wordt gemeten | |
TILL | 9.2.4.9 | Treble Increase at Low Levels toestel geeft meer hoge tonenversterking bij lage intensiteiten | |
timbre | 1.1.2.2 | 2.4.1.3 | “kwaliteitskenmerk van geluid, “”vol””klinken |
time restoration | 7.2.3.2 | spraakbewerking waarbij de stille periodes in de spraak worden opgerekt | |
time-image | 2.7.1.3 | een (tweede) waarneembare geluidsbron bij time-intensity trading proef | |
Time-intensity trading | 2.7.1.3 | uitwisseling van tijdsverschil met intensiteitverschil om lateralisatie in het midden te houden | |
Tinitus Retraining Therapie | 7.2.4.7 | TRT vermindering van tinnitus klachten door uitleg en opbouw van acceptatie/aanvaarden | |
tinnitus | 1.1.4.8 | 7.2.4.1 | verschijnsel dat men geluiden hoort die niet in de omgeving aanwezig zijn (tinnere=klinken) |
tinnitus masker | 7.2.5.3 | methode om tinnitusklacht te verminderen door geluidsaanbod (zie ook 7.2.4.5) | |
tinnitus matchen | 7.2.4.2 | bij tinnitus zoeken naar een geluid dat het zelfde klinkt en even luid is | |
tinnitus onderzoek | 8.3.11.2 | tests om door geluidaanbod het karakter van het oorsuizen te beschrijven | |
tinnitus phase-out therapie | 7.2.4.6 | therapie door vergelijkbaar geluid alsde tinnitus geleidelijk over dagen zachter aan te bieden | |
tinnitus test interpretatie | 8.3.11.3 | het trekken van conclusies uit de verrichte tinnitus onderzoeken | |
tinnitus-analyse | 8.3.11.1 | methode om geluid van oorsuizen te karakteriseren | |
tinnitus-behandeling | 7.2.5.5 | behandelingen om tinnitusklachten te verminderen | |
tinnitusmasker | 7.2.4.6 | soort hoortoestel dat eengeluid produceert dat de tinnitus maskeert | |
tinnitusmeting -fMRI | 7.2.5.4 | relatie tussen fMRI meetgegevens en psycho-akoestische gegevens over tinnitus | |
tinnitus-neurostimulatie | 7.2.5.5 | methode om tinnitusklacht te verminderen door neuro-stimulatie | |
tinnitus-oorzaken | 7.2.5.2 | besproken worden mogelijke oorzaken van tinnitus | |
tinnitus-psychakoestisch | 7.2.5.3 | relateren van psycho-akoestische verschijnselen en meetresultaten aan mogelijke oorzaken | |
tinnitus-theorie | 7.2.5.2 | besproken worden theorieën betreffende mogelijke oorzaken van tinnitus | |
tip-links | 4.3.1.3 | verbindingen tussen de toppen van de ciliae van de haarcellen van Corti (zie ook 6.2.1.4) | |
toestelruis | 9.2.6.3 | ruis veroorzaakt in het hoortoestel door spontane activiteit van de diverse onderdelen | |
tolueen | 7.4.1.3 | organisch oplosmiddel dat ototoxische werking van (genees) middel kan versterken | |
tonotopie | 6.2.1.4 | ruimtelijke scheiding in het binnenoor en hogere hoorcentra naar frequenties (ook 4.6.1.3) | |
toonadaptatie verval | 8.3.4.1 | pathologische adaptatie bij langdurig aanbieden vaneen toon | |
toonaud. Meetprocedure | 8.3.2.5 | methode om de meting van het toonaudiogram uit te voeren | |
toonaudiometrie | 1.1.5.8 | 8.3.2.1 | methode om de gevoeligheid van het oor voor diverse frequenties te meten |
toonbochtje | 1.1.8.6 | 9.2.3.7 | aanzetbochtje aan oorhanger voor aansluiting van slangetje naar oorstukje |
toon-burst | 5.3.1.5 | korte toonstoot | |
toondecaytest | 8.3.4.1 | zie toonvervaltest | |
toonhoogte | 1.1.2.2 | 2.4.1.2 | subjectieve beoordeling van eigenschap van geluid, tussen hoog en laag (ook 5.1.1.5) |
toonregelaar | 9.3.2.4 | instelmogelijkheid in een hoortoestel om de klankkleur van het geluid te wijzigen | |
toonstoot | 2.4.1.2 | korte toonstoot van één frequentie (zuivere toon) (zie ook 4.5.1.6) | |
toonvervaltest | 8.3.4.1 | test om stabiliteit van een oor te meten via waarneming van een aangehouden zachte toon | |
toonzwaai | 9.2.2.2 | een toon die geleidelijk van laag naar hoog zwaait om een frequentie karakteristiek te meten | |
Total Communication | 9.8.1.6 | systeem omzo vroeg mogelijk bij kind communicatie mogelijkheden te ontwikkelen.(7.3.1.2) | |
Total Harmonic Dist. | 5.3.1.6 | Totale Amplitude Vervorming wordt uitgedrukt in % van het signaal | |
toxoplasmose | 8.3.9.4 | griepachtige infectie die klierzwellingen veroorzaakt | |
traag-geluidherkennen | 1.1.4.10 | 8.3.12.5 | verschijnsel dat geluidsherkenning extra tijd vergt |
tragus | 3.2.1.2 | voorkant van de ingang van de gehoorgang | |
Transcraniele Magn.Stim. | 7.2.4.6 | TMS aanbod van elektro magnetisch stimulus met elektroden op de schedel tegen tinnitus | |
Transcutane El-.NeurStimo | 7.2.4.6 | TENS aanbieden van elektrische stroompjes bij het uitwendige oor tegen tinnitus | |
transducerfunctie | 4.3.1.1 | model van interactie tussen omgeving en baby in het proces van de spraak-taalontwikkeling | |
transducersysteem | 4.3.2.1 | systeem met transducer dat is omvormer van ene energie vorm naar andere | |
transductie functie | 4.3.1.3 | omzetten van de ene energie vorm in de andere (bv trilling in lucht naar vloeistof door MO) | |
transductie proces | 4.3.2.1 | proces dat energievorm omzet in een andere vorm (mechanisch in elektrisch 6.2.1.4) | |
transint vervorming | 9.2.4.10 | vervorming: toestel kaan plotselinge sterkte veranderingen niet goed doorgeven (9.2.4.1(3) | |
transintkarakter (spraak) | 10.2.1.6 | 10.2.1.4 | de inzet (stijgsnelheid van intensiteit) van een spraakklank en evenzo de afronding |
transistor | 9.2.4.6 | stroom versterkend element in elektronica bestaande uit drie lagen halfgeleiders | |
transmissie van geluid | 5.5.1.1 | overdracht van geluid van bron (zender) naar luisteraar (ontvanger) | |
transmitterstof | 6.1.1.3 | stof die in de zenuw (synaps) het doorgeven van de actiepotentialen doet plaatsvinden | |
transtympanaal | 4.4.1.4 | door het trommelvlies heen | |
transversale trilling | 4.3.1.2 | trilling waarvan de golfbeweging dwars op de voortplantingsrichting staat (slinger in touw) | |
trauma | 1.1.6.4 | 7.2.1.4 | verwonding, kwetsuur, (geestelijke0aandoening |
Treacher Collins syndr | 7.3.2.3 | autosomaal dominante slechthorendheid met afwijkende kaak en aangezicht | |
triadische vergelijking | 2.5.1.2 | keuze opdracht om uit drie geluiden de twee meest op elkaar lijkende te kiezen | |
trichloorethyleen | 7.4.1.3 | organisch oplosmiddel dat ototoxische werking van (genees) middel kan versterken | |
trilling | 1.1.2.2. | 5.1.1.2 | periodieke beweging van een voorwerp of medium |
trilling gedempt | 5.1.1.2 | trillingsbeweging die weerstand ondervindt en gerend (gedempt) wordt | |
trilling gedwongen | 5.1.1.2 | trillingsbeweging die van buitenaf onderhouden wordt door energie toevoer | |
trillingsapparaat | 9.8.1.7 | vibratie apparatuur spraakcommunicatie ondersteunend bij ernstige auditieve beperking | |
trillingstijd | 5.2.1.1 | de tijd die verloopt voordat een cyclus in een periodieke trilling zich weer herhaalt | |
trilwekker | 9.7.1.3 | wekker die door trillingen (vibraties) wil wekken | |
trimmer | 9.2.4.8 | regelbare (instelbare) condensator | |
triplet | 7.1.2.3 | opeenvolgend drietal nucleotiden dat de code van het aminozuur bepaalt | |
trommelholte | 1.1.3.3 | 3.2.1.3 | middenoorruimte waarin de keten van gehoorbeentjes hangt |
trommelvlies | 1.1.3.2 | 3.2.1.2 | licht beweegbaar vlies tussen gehoorgang en middenoor dat beweegt door geluidstrillingen |
trommelvlies buisje | 1.1.6.4 | 8.1.2.3 | buisje in het trommelvlies geplaatst om de beluchting van de middenoorholte te verzorgen |
trommelvlies perforatie | 8.1.2.6 | niet gesloten trommelvlies (door gaatje of buisje) | |
trommelvliesbuisje | 1.1.6.4 | 7.2.2.3 | buisje in het trommelvlies om de beluchting van het middenoor te waarborgen |
trompetboring (HT) | 1.1.8.6 | 9.2.3.9 | wijder opboren uiteinde geluidskanaal in het oorstukje (bevordering hoge tonen weergave) |
T-stand in HT | 9.2.2.4 | stand in hoortoestel om via luisterspoel en elktro-magnetisch veld van ringleiding geluid aan te bieden | |
TTS | 1.1.6.5 | 7.2.1.5 | TTS tijdelijke (hoor)drempel verschuiving tgv hard geluid |
tuba auditiva | 3.2.1.3 | zie buis van Eustachius | |
tuba-tympanitis | 8.1.2.3 | ontsteking van het trommelvlies door niet goed functioneren van de buis van Eustachius | |
tumor (acusticus) | 6.2.3.2 | zwelling of extra uitgroei van cellen die zenuwfunctie kan belemmeren | |
tuningcurve | 6.2.2.6 | in frequentie domein onderscheidend vermogen van een neuron (zie ook 4.6.1.4 en 3.3.1.2) | |
tweede taal | 1.1.7.4 | taal die geleerd wordt naast de eerste taal ( moedertaal) | |
tweede-orde filter | 9.2.4.7 | in serie schakeling van twee filters elk 6 dB per octaaf, samen 12 dB per octaaf | |
tweeklanken | 10.2.1.4 | klinkergeluid dat wordt geproduceerd terwijl ondertussen het aanzetstuk van vorm verandert | |
twee-toon suppressie | 6.2.2.3 | vuurfrequentie van een cel door een aangeboden toon wordt verminderd door tweede toon | |
tympan.normaal waarden | 8.3.1(3) | niveau 3: normaalwaarden in tympanometrie bij kinderen en volwassenen | |
tympanogram indicaties | 8.3.1.5 | situaties waarin tympanometrie diagnostische waarde heeft of waar het niet gedaan mag | |
tympanogram meet freq. | 8.3.1.7 | invloed van de meetfrequentie op het meetresultaat | |
tympanogram voorbeeld | 8.3.1.4 | verschillende veel voorkomende vormen van tympanogrammen | |
tympanometrie | 1.1.5.5 | 8.3.1.1 | methode om de beweeglijkheid van het trommelvlies te bepalen en te registreren |
tympanometrie kinderen | 8.3.1.8 | correcties bij jonge kinderen | |
tympanosclerose | 8.1.2.6 | verminderde beweeglijkheid van het trommelvlies door verkalking (kalkplekken) |